Neem contact op met Karlijn Waaijman
Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu
Deze maatregelen zijn op zeer korte termijn in te voeren. Ze leiden volgens berekeningen van het RIVM tot een daling van de stikstofdepositie. Ten minste 30% van de verminderde depositieruimte komt ten goede aan de natuur. 70% kan gebiedsgericht worden gebruikt om ontwikkelingen weer mogelijk te maken.
Hiervoor zet het kabinet een register op. In dit register wordt bijgehouden hoeveel stikstofruimte er is, hoeveel er wordt uitgegeven en hoeveel er nog beschikbaar is voor andere activiteiten in de regio.
Voor het veevoer komen voorschriften. De voorschriften gelden voor alle diersectoren. Voor melkvee is de situatie iets anders, omdat het voer van melkvee hoofdzakelijk bestaat uit gras en mais en in veel mindere mate uit krachtvoer. Het kabinet heeft middelen vrijgemaakt voor een noodpakket. Er wordt onderzocht in hoeverre de overheid de ondernemer tegemoet kan komen in de meerkosten voor deze maatregel.
De woningbouwsector en een aantal infrastructurele projecten krijgen als eerste de vrijgekomen ruimte toebedeeld om nieuwe projecten en activiteiten op te starten. In deze sectoren dreigen bedrijven failliet te gaan.
Bovenstaand pakket aan maatregelen gaat werken op het moment dat de opgestelde spoedwet Aanpak Stikstof door beide Kamers is goedgekeurd. Voor activiteiten die geen significante gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden hoef je vanuit de spoedwet bovendien geen natuurvergunning meer aan te vragen.
Naast de spoedwet wordt ook een noodwet opgesteld. Die noodwet creëert ruimte voor projecten die zorgen voor de veiligheid van (vaar)wegen en de waterveiligheid. Een ecologische toets beoordeelt wat de effecten zijn van deze activiteiten voor de natuurwaarden per Natura 2000-gebied. Als er sprake is van nadelige effecten, dan moet je deze compenseren en de natuur verbeteren. De noodwetgeving wordt op de kortst mogelijke termijn voor advies aan de Raad van State voorgelegd.
De maatregelen voor woningbouw en infrastructuur vormen het eerste deel van een breder pakket aan maatregelen waaraan het kabinet werkt. Hiervoor werkt het kabinet samen met provincies en maatschappelijke partners.
Dit bredere pakket is nodig om ruimte en perspectief te bieden om de problematiek ook in andere sectoren aan te pakken. Tegelijk moet het leiden tot verdere verbetering van de natuur. Het kabinet komt in december met een nieuw pakket maatregelen met de ambitie om tot een generieke drempelwaarde te komen.
Het kabinet gaat kijken naar de manier waarop zij met natuur omgaan. Als het aan de orde is, bekijken ze of de beschermde status moet worden aangepast. Naast het investeren in de verbetering van natuur, kijken ze ook kritisch naar de aanwijzingsbesluiten van Natura 2000-gebieden. Deze gaat het kabinet opschonen met als doel instandhoudingsdoelen die niet voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, waar mogelijk te schrappen.
Daarnaast zet het kabinet in op het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden. In afwachting daarvan worden geen nieuwe Natura 2000-gebieden op land aangewezen.
Het kabinet zet in op emissiearme landbouw. Daarnaast wil het kabinet de kringlooplandbouw ondersteunen. Dat geldt ook voor landbouwers die hun bedrijf in de huidige omvang willen voortzetten of willen uitbreiden op een (duurzame) emissiearme manier.
Ook werkt het kabinet aan het structureel verlagen van de regeldruk door doelen voor te schrijven en experimenteerruimte toe te laten. Het kabinet komt met voorstellen hoe de ontwikkelingsruimte in de landbouw kan worden gewaarborgd.
Daarnaast werkt het kabinet met prioriteit aan een collectieve regeling. Deze regeling zorgt ervoor dat activiteiten die op grond van het PAS waren uitgezonderd van de natuurvergunningplicht (PAS-meldingen) kunnen worden gelegaliseerd. Het gaat om projecten waarvoor op 29 mei jl. (de datum van de PAS-uitspraak van de Raad van State) de volgende situatie gold:
Totdat een voorziening is getroffen, zal er geen actieve handhaving plaatsvinden.
Heb je vragen over de stikstofproblematiek? Of wil je meer weten over jouw specifieke situatie? Neem contact op met Karlijn Waaijman voor meer informatie.
Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu