Monitoring: dé uitkomst voor het verkrijgen van een vergunning?

Omgevingsvergunningen voor het onderdeel Natura 2000-activiteit (de voormalige natuurvergunning) worden momenteel bijna niet meer verleend. Dat komt omdat je de emissiefactoren die in de voormalige Regeling ammoniak en veehouderij – tegenwoordig in de Omgevingsregeling – zijn opgenomen, niet zomaar mag toepassen voor het verkrijgen van zo’n vergunning. Daar lijkt nu verandering in te komen. Hoe dat zit? Lees snel verder.

Geen negatief effect op Natura 2000-gebieden

Een omgevingsvergunning voor het onderdeel natuur krijg je alleen als vooraf zeker is dat de ammoniakuitstoot niet leidt tot een negatief effect op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Onlangs deed de rechter uitspraak in een zaak waarbij de gemeente er, samen met de aanvrager, van overtuigd was dat de bouw en ingebruikname van het mestbewerkingsbedrijf geen negatief effect zou veroorzaken. Daarom verleende de gemeente de benodigde vergunningen.

Toevoegen van voorschriften over uitstoot en monitoring

Een milieuorganisatie deelde die mening niet en vocht de vergunning aan bij de Raad van State. Voordat er een uitspraak kwam, besloot de gemeente om 3 voorschriften aan de vergunning toe te voegen:

  1. Een voorschrift over hoeveel ammoniak de vergunninghouder maximaal per jaar mag uitstoten.
  2. Een voorschrift over het rendement van de gebruikte emissiereducerende techniek. De vergunninghouder dient de gekozen techniek (in dit geval een luchtwasser) enkele malen per jaar te controleren.
  3. Een voorschrift over dat de vergunninghouder moet beschikken over een continu werkend stikstofmonitoringssysteem.

Door het toevoegen van deze voorschriften kun je als vergunninghouder zelf bijsturen. Als namelijk uit de monitoring blijkt dat je de gestelde norm overschrijdt, dan schakel je zelf om de uitstoot toch te beperken. De rechter vindt dat met deze toevoeging is gewaarborgd dat er geen significante gevolgen zijn voor Natura 2000-gebieden.

Uitkomst emissiereducerende middelen

Goed nieuws dus voor veehouders! Door voorschriften over monitoring toe te laten voegen aan vergunningen, kan een deel van vergelijkbare vergunningaanvragen weer worden verleend. Voordeel is bovendien dat er niet voor je wordt bepaald welk emissiereducerend middel je moet gebruiken om de reductie te bereiken. Daar ben je als ondernemer helemaal vrij in, mits je het goed kunt onderbouwen en kunt controleren hoe hoog de daadwerkelijke emissie is.

Zet je in op voermaatregelen? Ben je van plan mest anders te behandelen? Welke ontwikkeling je ook wil inzetten, deze uitspraak zorgt voor mogelijkheden.

Meer weten?

Sparren over wat er mogelijk is voor jouw bedrijf of wil je meer weten over de uitspraak? Neem contact op met Karlijn Waaijman. Ze denkt graag met je mee.

 

Scroll naar boven